Het compromitteren van digitale systemen en netwerken door ongeautoriseerde toegang te krijgen tot een computersysteem of account is een populaire definitie van hacken. Hoewel hacken niet altijd schadelijk is, wordt het meestal in verband gebracht met onlinecriminaliteit en gegevensdiefstal door cybercriminelen.
Hacken is de term voor het oneigenlijk gebruiken van technologie om systemen te beschadigen of te vernietigen, gebruikersgegevens te verkrijgen, gegevens en documenten te stelen of gegevensgerelateerde activiteiten te belemmeren. Voorbeelden van dergelijke technologie zijn computers, smartphones, tablets en netwerken.
Het stereotiepe beeld van een hacker is een eenzame, onverstandige programmeur met geavanceerde vaardigheden op het gebied van coderen en systeemmodificatie. Dit beperkte perspectief houdt echter geen rekening met de onderliggende technologische aard van hacking. Hackers worden steeds vaardiger en gebruiken sluipende aanvalsstrategieën die bedoeld zijn om cyberbeveiligingstools en IT-medewerkers volledig te omzeilen. Bovendien zijn ze bedreven in het ontwerpen van aanvalsvectoren die gebruikers misleiden om op schadelijke bijlagen of links te klikken en vrijwillig hun gevoelige persoonlijke informatie vrij te geven.
Als gevolg hiervan komt er veel meer kijken bij modern hacken dan alleen een gefrustreerd kind in hun slaapkamer. Het is een miljardenindustrie met zeer geavanceerde en effectieve methoden.
Hacken en hackers in het verleden
De term ‘hacken’ verscheen voor het eerst in de jaren zeventig, maar won in de daaropvolgende tien jaar aan populariteit. The Hacker Papers was de titel van een artikel in Psychology Today uit 1980 waarin de verslavende eigenschappen van computergebruik werden onderzocht. Twee jaar later werden de concepten van hacking en mogelijke nationale veiligheidsrisico’s wijdverbreid toen de films Tron en WarGames werden uitgebracht, waarvan de hoofdrolspelers zich bezighielden met het hacken van computersystemen.
Inderdaad, later dat jaar brak een groep jongeren met succes de computersystemen van bekende instellingen zoals het Sloan-Kettering Cancer Center, Security Pacific Bank en Los Alamos National Laboratory. Het woord “hacker” werd voor het eerst gebruikt in de pejoratieve zin in een Newsweek-stuk dat het incident behandelde.
Dit incident was ook de aanleiding voor het Congres om verschillende wetten uit te vaardigen om computercriminaliteit aan te pakken, maar er bleven spraakmakende aanvallen op bedrijfs- en overheidssystemen plaatsvinden. Natuurlijk is het idee van hacken enorm gegroeid sinds het openbare internet werd geïntroduceerd, wat veel meer opties en financiële beloningen voor hackactiviteiten heeft gecreëerd. Door de evolutie en verfijning van de technieken zijn er verschillende hacktechnieken en hackers ontstaan.
Typen en technieken van hackers
Kwaadwillenden hacken vaak websites of systemen om een van de volgende vier redenen: 1) financieel gewin door diefstal van creditcardgegevens of door oplichting van financiële diensten, 2) bedrijfsspionage, 3) om bekendheid of respect te krijgen voor hun hackcapaciteiten, en 4) door de staat gesponsorde hacking die tot doel heeft commerciële informatie en nationale inlichtingen te stelen. Daarnaast zijn er politiek gemotiveerde hackers – of hacktivisten – zoals Anonymous, LulzSec en WikiLeaks die de aandacht op zichzelf willen vestigen door privé-informatie vrij te geven.